Alvorens je volgend blogbericht leest, volgende tips. Zet je
in de meeste comfortabele zetel in je huis, neem een drankje en wat versnaperingen,
wat nu volgt zal je laten wegdromen naar het uitzonderlijk mooie Zuid-Afrika!
Vorige week hadden we een week vakantie, reden genoeg voor
Juce (a.k.a. Brecht) om een vliegtuigticket richting de zon te bestellen. Van
zaterdag 29 maart tot 6 april doorkruisten we de West-Kaap in de vorm van een
roadtrip.
Eén week is eigenlijk veel te kort om Zuid-Afrika te verkennen maar we hebben toch heel
veel gezien en gedaan.
Ik geef onze planning weer, het kan eventueel een
leidraad zijn voor anderen die een reis plannen richting het Zuiden.
Wij hebben onze tocht gepland aan de hand van Sophie’s trip 2 jaar geleden en
Trotter.
Dag 1: Kaapstad
Juce landde vrijdag 28 maart ’s avonds in Kaapstad. Na een
nachtje hotel kwam hij mij ophalen op het
landgoed Anura. Na kennis te hebben gemaakt met mijn mede-avonturiers en
gastouders vertrokken we terug richting Kaapstad. De eerste dag hebben we
vooral veel gewandeld en de stad verkend. Het marktje op Green Market Square
vond ik zeer leuk. Op dit marktje kon je typische Afrikaanse souvenirs kopen.
Dat zijn twee woorden die ik geweldig graag hoor: marktje en souvenirs. We
kochten houten lepels en een autootje gemaakt van blikken olie. Toeval of niet,
het blik olie dat gebruikt was kwam uit de fabriek waar Juce werkt.
Juce en ik
hebben de gewoonte om in elke stad of land waar we komen een magneet te kopen,
hier was het niet anders. Magneet 1 (Suid-Afrika) en 2 (Cape Town) zijn binnen!
We bezochten ook ‘Castle of Good Hope’. Dit kasteel – het
lijkt meer op een militair fort – deed dienst als verversingsdienst voor de
VOC. Je waant je even in de 18e eeuw, inclusief folterkamer!
Om een mooi uitzicht te krijgen op de stad, reden we naar de
top van Signal Hill, de kleinere berg naast Tafelberg. Vanaf deze top kan je de
haven, het voetbalstadion, City Bowl en de verschillende wijken zeer goed zien.
Chill als ik ben, lag er nog geen enkele slaapplaats vast.
Dit bleek toch een kleine probleem te zijn. Na 4 adresjes te hebben gecontacteerd
konden we uiteindelijk terecht in het Lady Hamilton hotel. Een volledig roze
geschilderd hotel heette ons vriendelijk welkom. Hoewel het een beetje prijzig
was, speelden we op zeker en boekten we een kamer voor twee nachten.
Trotter raadde ons Arnold’s aan om te gaan eten. De eerste
goede tip van onze reisgids was een feit! We aten op een gezellig terras bij
zeer vriendelijke mensen. Juce nam een 'ontdekkings' vleesschotel, in Zuid-Afrika
betekent dat: krokodil, springbok, struisvogel en everzwijn. Stuk voor stuk
verrassend lekker vlees! Een lekker Zuid-Afrikaans wijntje kon natuurlijk niet
ontbreken.
Slapen:
Lady Hamilton Hotel, Union street 10, Cape Town
Eten: Arnold’s, Kloofstreet 60, Cape Town
Dag 2: Kaapstad, Tafelberg
Terwijl de Zuid-Afrikaanse wijn nog vrolijk ronddanste in
mijn hoofd vertrokken we naar de Tafelberg. De kabelbaan lieten we links
liggen, we reden naar het begin van de wandeling Platteklip Gorge. Via deze
twee-uur-durende wandeling klim je naar de top van de Tafel. Voorzien van het
nodige water begon ik vol goede moed. Na enkele meters had ik door dat dit geen
rustige wandeling ging worden. Zweten en zuchten was mijn deel en de top leek
niet dichterbij te komen. Maar als een achte Frodo en Sam zetten Juce en ik
door. Eén vrouw kruiste drie keer ons pad, zij wandelde de Tafelberg op alsof
ze een wandeling in haar tuin maakte. Een extra zucht weerklonk..
Na twee uur bereikten we de top. Had ik een vlag van Melsele
in mijn broekzak zitten, ik had ze gepland! Na een korte wandeling in picknick
op de berg besloten we de kabelbaan naar de begane grond te nemen. Op de
Tafelberg flaneerden vrouwen en mannen, gewapend met een fototoestel de
omgeving. Op dat moment voelde ik me toch een beetje fier dat ik er als een
afgepeigerde hobbit bijliep, want ik had toch maar mooi de berg zelf beklommen,
schouderklopje voor mezelf!
De rest van de dag brachten we door aan het strand van Camps Bay. Een weinig
sympathiek en lichtjes hautain dorp. Terug naar Kaapstad om te genieten van een
heerlijk avondmaal.
Doodop maar voldaan kropen we in ons bed, klaar om de tocht
naar de Kaap de volgende de aan te vatten.
Slapen:
Lady Hamilton Hotel, Union street 10, Cape Town)
Dag 3: De kaap
Voor wie het nog niet zou weten, Kaap de Goede Hoop is niet
het zuidelijkste punt van het Afrikaanse continent. Deze eer is weggelegd voor
Cape Agulhas, iets meer naar het Oosten. Maar Kaap de Goede Hoop heeft geschiedkundig meer betekenis en dus reden we daarnaartoe.
Via Muizenberg en Fishhoek bereikten
we Boulders beach. Op dit strand woont een grote kolonie pinguïns, heel
schattig om te zien. Deze beestjes zijn trouwens echte fotomodellen die zich
graag schikkenn naar de tientallen camera’s die elkaar verdringen.
Ons eigenlijke doel van deze dag was het natuurpark Cape of Good Hope Nature
Reserve. Dit mooie gebied herbergt enkele fantastische verlaten plaatsen waar
je mijmerend naar de machtige golven kan kijken. De vele waarschuwingsborden ten
spijt zagen we geen bavianen, een vriendelijke schildpad daarentegen kruiste
onze weg en maakte bijna kennis met de banden van onze auto.
In de natuurpark kan je ook de oude vuurtoren bezoeken, niet
echte moeite me dunkt. Wederom te veel toeristen die dezelfde nietszeggende
foto willen bemachtigen. We kozen het hazenpad en maakten een mooie wandeling
naar de eigenlijke Kaap de Goede Hoop. We werden vergezeld door drie struisvogels.
De wandeling eindigde op een grote rots. Enkele tientallen meters lager zag je
de bussen toeristen toekomen bij het bekende bord ‘Cape of Good Hope’.
We besloten rechtsomkeer te maken en gezellig terug te wandelen.
Eenmaal in de
auto reden we toch maar naar het bord want ‘we zijn hier nu toch!’. Eigenlijk
was het wel komisch om te zien hoe een troep mensen om de beurt een foto neemt
bij het bord.
We verlieten de Kaap en reden naar Franschhoek op zoek naar
een slaapplaats. In de lodge die Trotter ons had aangeraden konden we niet meer
terecht. Een horde schoolkinderen had namelijk het gebouw overgenomen. De vriendelijke
man verwees ons door naar een kleinere lodge.
We kwamen aan bij een pareltje, verscholen in het bos. We sliepen in Otters
Bend Lodge, een jonge kerel liet ons de kleine maar geriefelijke kamer zien.
Aan deze lodge was ook een zeer gezellige open keuken en zitplaats waarin je ’s
avonds naast het haardvuur gezellig kon zitten. Op aanraden gingen we
naar Allora, een restaurant waar we ons stortten op de overheerlijke gerecht.
Scampi’s met look zal nooit meer hetzelfde zijn.
Slapen:
Otters Bend Lodge, Dassenberg road, Fransschoek
Eten: Allora, hugenot road 32, Franschhoek
Dag 4: Mosselbaai
Normaal gezien zouden we nog een dag in de wijnstreek
blijven. De hevige regen die ons ’s ochtends wekte spoelde dat plan weg. Geen
probleem, dan rijden we een dagje vroeger naar Mossel Bay. Ook mooi meegenomen,
mijn medestudenten waren ook in Mosselbaai die dag.
Autodeuren dicht, muziek aan!
Tijdens de tocht die vier uur zou duren, genoten we van en kweelden we mee met
The Pet Shop Boys en Queen. In Mosselbaai was het weer niet veel beter maar de regen
hield zich kalm en samen met de anderen genoten we van een middagje zee en
strand. Op Santos beach werden Tom en Juce weer even 8 jaar terwijl ze vissen
en krabben zochten tussen de rotsen. Toen de hoge golven een einde maakten aan
de fotoshoot op de rotsen besloten we dat het tijd was om te gaan eten.
Het moet gezegd worden, hier aten we het slechtst van onze hele reis. Santos
express train restaurant, geen aanrader als je het mij vraagt.
We sliepen in een echte backpackers. En het geluk was weer aan onze kant, de
gezellige bar werd gerund door enkele locals en verkocht enkele shotjes die oa.
de naam ‘kakpot’ droegen.
Een gezellige avond was het gevolg.
Slapen:
Mossem Bay backpackers and huijs te Marquettes B&B, Marsh street 1, Mossel
Bay
Eten: Santos express train restaurant, Santos Beach, Mossel Bay
Dag 5: Tuinroute, Nature’s valley
De tuinroute omvangt het gebied vanaf Mossel Bay tot
Titsikama. Deze plaatsen zijn een zeer geliefde vakantiebestemming voor de
Zuid-Afrikanen, en dus ook voor ons.
We stopten in Plettenberg voor een korte wandeling, The
Heads genaamd. Op de uitzichtpunten duizel je van de diepe afgronden en prijs
je jezelf gelukkig dat je niet in het water belandt dat met enorme kracht tegen
de rotsen beukt.
Deze dag bezochten we Birds of Eden en Monkeyland, Beiden
zijn zeer leuke uitstapjes. In Birds of Eden loop je in een gigantische volière
waarin vogels van over heel de wereld wonen. Het is soms even zoeken naar de
vogel die bij het geluid hoort, maar over het algemeen zie je enorm veel mooie
vogels. We waanden ons even in een tropisch regenwoud, wandelend tussen de papegaaien.
Monkeyland is een soort asiel voor aapjes. De apen die hier zitten komen uit
laboratoria of zijn weggehaald bij mensen die ze als huisdier hielden. Velen
van deze aapjes zijn dus niet mensenschuw. Tijdens een gegidste wandeling van
ongeveer een uur kregen we heel veel uitleg over de apen.
Weet jij trouwens het
verschil tussen ‘a monkey’ en ‘an ape’? Ik dacht dat deze woorden gewoon
synoniemen waren voor hetzelfde grappige dier. Niet dus! Een ‘monkey’ heeft een
staart, een ‘ape’ niet; zij gebruiken hun lange armen om van de ene tak naar de
andere te slingeren.
We zaken ook enorm veel aapjes zoals die uit ‘Madagaskar’,
jolijt alom!
Zoals de titel van deze dag al verried, sliepen we deze dag
in Nature’s Valley. Een rustig dorpje dat verscholen ligt tussen de bomen. Ideaal
om tot rust te komen beloofde Trotter ons. Het was niet moeilijk om een
restaurant te kiezen, er is daar namelijk maar één restaurant. We wilden
wandelen naar het restaurant, dit deden we langs het strand. De hemel begon te
rommelen en al gauw zagen we de eerste bliksemschicht die gevolgd werd door
zijn eeuwige maatje, donder. Zo werd de strandwandeling in plaats van
romantisch een heus schouwspel van het hemelse gevecht.
Het restaurant had iets
van vergane glorie over zich, maar de kwaliteit van eten en bediening was dik
in orde!
Toen we terugwandelden naar onze B&B, bleek dat de wegen hier niet verlicht
werden. De straten leken allemaal op elkaar en door de vele bomen kon je de
huizen niet meer zien. In het pikdonker zochten de weg terug. Wie mij een
beetje kent, weet dat ik geen grote fan ben van donkere omgevingen. Juces arm vergroeide bijna aan de mijne, die liet ik niet meer los! Maar het feit dat ik nu
deze blog typ, bewijst dat we uiteindelijk onze B&B terugvonden en de nacht
binnen konden doorbrengen.
Activiteiten: Birds of Eden en Monkeyland, N2 ter hoogte van
Crags
Slapen: Nature’s Valley guest house and hikers haven, Nature’s Valley
Eten: The Valley Inn restaurant, Natures Valley
Dag 6: Titsikamma National Park
Via een tolweg bereikten we Titsikamma National Park. Een
zeer mooi natuurpark waar je ongelofelijke wandelingen kan maken. Dit was ons
niet gegund! De nachtelijke regen had ervoor gezorgd dat de meeste wandelpaden
niet bereikbaar waren en we dus ook onze geplande wandeling naar de waterval
moesten opbergen. Er was nog één wandeling die we konden doen, Mouth trail.
Deze wandeling leidde ons naar een hangbrug. Dit klinkt trouwens
spectaculairder dan het was, de hangbrug zorgt ervoor dat je Storms River kan oversteken.
Wanneer je eenmaal de overkant bereikte, kon je beginnen aan de klim naar de top
van de berg. Ik had mijn veters nog niet goed aangespannen of Juce huppelde al
van de ene rots naar de andere. Een bankje op de top bracht soelaas. Terwijl ik
genoot van het uitzicht en mijn herwonnen adem merkte Juce op de het pad nog
verder liep. Ik bedankte voor de wandeling en Juce vertrok op zijn solotocht.
Na een kwartiertje begon ik mij te vervelen en besloot ik Juce te volgen,
gelukkig kwam ik hem halfweg tegen want mijn fysiek had me weer in de steek
gelaten.
Omdat we de andere wandelingen dus niet konden aanvatten
door de bedenkelijke kwaliteit van de paden besloten we naar een andere
reservaat te gaan. Na de Trotter uit te pluizen besloten we terug te rijden
naar Plettenberg. Daar lag het Robberg Nature Reserve, met garantie op robben
spotten! Dit was mijn favoriete wandeling van de hele vakantie!
Het pad leidde ons langs mooie
uitzichtpunten en geologische interessante rotsen – bespeur ik daar enige
beroepsmisvorming bij mezelf?
Plots hoorden we het, een laag gesnurk weerklonk vanuit de verte, we waren
bijna bij de robben! De robben leven hier in een grote gemeenschap en genieten
van het heerlijke water en zonnen op de rotsen.
De wandeling bracht ons verder
naar een strand. Maar om dit strand te bereiken moesten we van een steile
zandhelling. Enkele Italiaanse toeristen vertelden ons dat je naar beneden moet
lopen. Zo gezegd zo gedaan, Bear Grillsgewijs liep ik de helling af. Daar
hadden we een mooi uitzicht op het strand. Het pad liep verder langs een iets
gevaarlijkere weg. De hoge golven likten onze voeten wanneer we voorbij een
grot tegenkwamen. Hierin woonde de Koisan (een van de volkeren die woont in
Zuid-Afrika). Zij leefden van vis en de vruchten die het schiereiland hen
aanbood. Een zalige wandeling van ongeveer 2 uur, perfect.
Een andere gewoonte waar Juce en ik ons aan houden is nooit
twee keer in hetzelfde restaurant te eten. Trotter raadde ons een restaurant in
Plettenberg aan. De scampi’s worden hier op verschillende wijze bereid en onze
keuze was dus ook snel gemaakt. In Nature’s Valley besloten we nog een
plaatselijk wijntje te kraken. Weer een geslaagde dag!
Slapen:
Nature’s Valley guest house and hikers haven, Nature’s Valley
Eten: Lookout deck and restaurant, Lookout beach, Plettenberg Bay
Dag 7: Botlierskop en Oudtshoorn
Omdat ik het een beetje had gezien op die N2 besloot ik de
route richting Bottlierskop te veranderen. Ik wou rijden via een bergpas. Heel
leuk zo’n bergpas, spijtig van de putten in de weg. Een traject waar we normaal
gezien 2 uur over zouden doen, duurde nu 4 uur. Tijd genoeg, moenie worrie nie,
we waren mooi op tijd op onze afspraak met The big 5.
Bottlierskop is een relatief klein dierenreservaat waarin je
dagsafari’s kan doen. Het is niet te vergelijken met Addo elephant park en valt
in het niets naast het Krugerpark maar het is zeker even goed. Je mag hier niet
met je eigen auto door het park rijden, de trip gebeurde in een megajeep. De
bestuurder was een sympathieke man die ons heel veel uitleg gaf. We zagen
olifanten, neushoorns (met een kleintje!), giraffen, verschillende soorten
reeën, de zeldzame zwarte impala en een troep buffels. Het is heel speciaal om
de dieren in het wild te zien!
Een slaapplaats vinden in Oudtshoorn was niet zo
gemakkelijk. De adressen die Trotter ons aanraadde waren allemaal volgeboekt.
De reden hiervoor was niet ver te zoeken, in Oudtshoorn vond deze week het KKNK
festival plaats. Gelukkige verwees één van de guesthouse-eigenaars ons door
naar een ander adres. Een vriendelijk Engels koppel ontving ons daar.
Een eetplaats vinden was makkelijker. Hoewel Trotter hem ons aanraadde, hadden
we
zowiezo zelf voor het Paljasrestaurant gekozen!
Slapen: Baron van Reede guesthouse, Baron van Reedestreet
88, Oudtshoorn
Eten: Paljas restaurant, Baron van Reedestreet 6, Oudtshoorn
Dag 8: Route 62 en de Hatthings
Na een stevig ontbijt vroeg de gastvrouw wat onze verdere
plannen waren. We vertelden hen dat we richting Wellington gingen rijden. Dolenthousiast
verdween de vrouw en keerde terug met een plannetje. Zij raadde ons aan om via
de R62 te rijden, ook wel route 62 genaamd. Deze verlaten weg tussen de bergen
was buitengewoon mooi. De bergen leken wel bedekt met een groene fleece deken.
De landschappen wisselden in hoog tempo, de ene keer leek het een
woestijnlandschap, de andere keer een vruchtbaar groen landschap. Zoë, de
uitbaatster van ons guesthouse, vertelde ook dat we zeker op twee plaatsen
moesten stoppen.
De eerste plaats was Ronnie’s sex shop. Ik weet wat jullie
denken, maar het is helemaal anders! Ronnie’s sex shop is een café dat volledig
versierd is met BH’s, t-shirts, naamkaartjes en de hele muur is bedekt met
slogans die de vele bezoekers opschreven.
De tweede plaats was een wijngaard
waar we konden lunchen, Joubert-Tradau. Geen idee hoe ik dit juist uitspreek,
maar we hebben ongelofelijk lekker gegeten!
Ik wou heel graag dat Juce Kris en Lize zou ontmoeten. Deze
mensen waren mijn eerste gastouders. Omdat ik tijdens de eerste week had
opgeschept over ons lekkere Belgisch bier, vooral over Duvel, had Juce enkele
duveltjes meegebracht. Dit heerlijke bier viel enorm in de smaak. Ze hielden
enkele flesjes opzij voor hun zoon, Dirk. Hij is blijkbaar een echte
bierliefhebber.
De Hattinghs hadden enkele vrienden uitgenodigd voor de
braai. We praatten met hen over de verschillen tussen België en Zuid-Afrika op
gebied van onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen. Zware onderwerpen onder
het drinken van een Duvel maar het is zo interessant om op deze manier
Zuid-Afrika beter te leren kennen.
Zoals ik in één van mijn vorige blogs vermeldde zijn Zuid-Afrikaanse mensen
zeer gastvrij. We waren amper binnen en ze nodigden ons uit voor de braai en om
te blijven slapen. Een voorstel dat we niet kunnen afslaan. We mogen zelfs de
laatste week hier bij Kris logeren, zo kunnen we op ons gemak voor school
werken.
Slapen: de Hattinghs, Wellington
Eten: Braai bij de Hattinghs, Wellington
Dag 9: Babylon’s Toren
Je kan niet Zuid-Afrika verlaten alvorens je wijn geproefd
hebt. We reden naar Babylon’s Toren in Franschhoek (herkennen jullie misschien
uit een vorig blogbericht) en wandelden door de mooie tuinen en proefden
uitstekende wijnen.
Maar ... aan elk sprookje komt een einde, dus ook aan onze reis. Juce
Vertrok vandaag –zondag – terug naar België.
Een traantje later verdween zijn
auto om de hoek.
Vanaf morgen sta ik weer met beide voetjes in de realiteit
en mag ik eindelijk lesgeven!